De verschillende foto's geven een beeld van onze basiliek in de 16e eeuw en van het interieur van de huidige basiliek, met de bekende Nicolas ramen !
Geschiedenis van de
De kapel in Tubbergen was gewijd aan de Heilige Pancratius.
Deze was onder keizer Diocletianus als martelaar gestorven, en begraven aan de Via Aurelia buiten Rome. Volgens de legende zou bij afkomstig zijn uit Frygië in Klein-Azië en zou hij op veertienjarige leeftijd zijn gestorven. Hij geldt als patroon van trouw aan een eens gegeven woord.
De kapel werd bediend vanuit Ootmarsum. In de vijftiende eeuw werd de kapel vergroot tot een eenbeukig kerkje en in het begin van de zestiende eeuw werd de toren gebouwd. Deze, opgetrokken in Bentheimer zandsteen, staat er nog steeds.
Op 12 maart 1576 werd Tubbergen, kerkelijk gezien, van Ootmarsum gescheiden en werd hier een zelfstandige parochie opgericht.
Toen in 1597 prins Maurits Oldenzaal, het bolwerk van de Spaansen in het oosten van het land, binnentrok kon de reformatie in Twente ingang vinden.
Pastoor Schildhuis van Tubbergen bleef echter het oude geloof trouw.
Hij stierf in 1610. Tussen 1605 en 1626 was Oldenzaal weer in Spaanse handen. Daarna werden de Spanjaarden voorgoed verdreven en kon gewerkt worden aan
de protestantisering van Twente.
In 1634 werd een predikant in Tubbergen benoemd.
De kerk werd voor katholiek gebruik gesloten.
Dat Twente toch voor een deel katholiek is gebleven, is te danken aan het feit dat Oldenzaal twintig jaar in Spaanse handen is geweest. In die jaren kon hier de katholieke contra-reformatie krachtig ter hand worden genomen.
Na deze Spaanse jaren raakten de katholieken hun kerkgebouwen kwijt en waren ze genoodzaakt in boerenschuren of adellijke erven bijeen te komen.
Wanneer dit voor de katholieken van Tubbergen te gevaarlijk was trok men over de nabijgelegen landsgrens of kwam men samen onder de eeuwenoude Kroezeboom in Tubbergen. In de tweede helft van de achttiende eeuw braken voor de katholieken betere tijden aan. In 1762 werd het pastoor Henficus Bloemen (1758-1806) vergund aan de westzijde van het dorp een kerkhuis te bouwen. In 1809 bracht Lodewijk Napoleon, Koning van Holland (1806-1810), een bezoek aan Twente en logeerde hij bij de graaf Van Rechteren op het kasteel van Almelo. Daar ontving hij pastoor Johannes van Weersel (1806-1824). Hij nam kennis van het feit dat Tubbergen grotendeels katholiek was gebleven (duizend katholieken tegen 68 protestanten). In hetzelfde jaar 1809 werd de oude kerk weer aan de katholieken teruggegeven.
De Hervormden bouwden in 1810 een eigen kerkje, dat in 1931 werd vergroot.
Hier bevindt zich nu de laat-gotische zandstenen preekstoel uit de oude kerk.
Bij de plechtige ingebruikneming van de oude kerk hield pastoor Van Weersel een preek naar de woorden uit de Apokalyps: 'En ik zag de heilige Stad, het nieuwe Jeruzalem, van God uit de hemel neerdalen'.
Aangezien een handvol protestantse gezinnen niet in staat was geweest om voor het benodigde onderhoud te zorgen was de oude kerk bijna twee eeuwen lang zeer verwaarloosd. In 1826 begon men met de noodzakelijke restauratie van het kerkschip. In 1827 en 1828 werden twee klokken in de toren - die in 1798 eigendom van de gemeente was geworden - geplaatst. De bouwvallige torenspits heeft haar bestaan tot 1842 weten te rekken. In dat jaar werd de toren ontdaan van zijn spits en een gedeelte van zijn bovenbouwen kwam er een korte houten spits als vervanging. In 1881 werd de kerk verrijkt met een orgel van de firma Maarschalkerweerd uit Utrecht. Dit orgel is thans nog aanwezig. In 1996 kwam de kerk in het bezit van een tweede Maarschalkerweerd-orgel, een koororgel uit 1882.
In 1893 werd voor het eerst van een nieuw te bouwen kerk gesproken.
Drie jaar later begon men met de afbraak van de oude, bouwvallige kerk. Architect van de nieuwe kerk was Alfred Tepe. Op 30 juni 1897 werd zij plechtig in gebruik genomen. Een van de sprekers op die dag was de grote emancipator van de katholieken dr. H.J.A.M. Schaepman (1844-1903), afkomstig uit Tubbergen en in 1927 in zijn geboorteplaats met een standbeeld geëerd. Het brede middenschip van de nieuwe kerk wordt geflankeerd door smallere, doch even hoge zijbeuken. Het schip bestaat uit drie traveeën. Bij de derde travee buigen de buitenmuren uit, zodat een soort transept ontstaat. De kruisgewelven worden gedragen door ronde kolommen. Aan kolommen. van de toren bevindt zich een zijkapel.
No comments:
Post a Comment